De tweet van Nawal Farih, federaal parlementslid voor CD&V en gemeenteraadslid in Genk, deed heel wat wenkbrauwen fronsen. Dat onze mentale gezondheid tijdens de coronapandemie een serieuze deuk had opgelopen, kwam niet als een verrassing. Maar dat 1 op de 5 van de jongeren een depressie zou hebben leek ons wel zeer sterk. Toch moeten we besluiten dat deze verontrustende cijfers wel degelijk kloppen.
Het heeft even geduurd voor het echt tot de regering doordrong, maar hoe verder de pandemie vordert, hoe groter de aandacht voor de mentale gezondheid van de bevolking. Voor Farih is het onderwerp echter niet zo onbekend. In februari trok ze reeds aan de alarmbel over het stijgende gebruik van antidepressiva bij jongeren. Aangezien er op het moment van de tweet in de traditionele nieuwsmedia weinig over het onderwerp te bespeuren was, en het niet duidelijk was waar Farih haar informatie haalde, besloten we dit verder te onderzoeken.
Ten rade bij onderzoek van Unicef In de tweet zelf is heel wat informatie te vinden. Maar het is net die informatie die ons deed twijfelen over de specifieke cijfers en accuraatheid ervan. In het eerste deel van haar tweet gaat het duidelijk om jongeren tussen de 15 en 18 jaar uit West-Europa. Of het tweede deel van haar statement over diezelfde groep gaat is niet duidelijk. Aangezien Farih er als politica alle baat bij heeft haar statement te baseren op betrouwbare informatie, zouden we ervan uit kunnen gaan dat ze zich voor dit statement baseerde op betrouwbare bronnen. Maar we kunnen haar natuurlijk niet zomaar het voordeel van de twijfel geven. Net omdat ze ook een politieke functie heeft, zou haar visie op de feiten ook gekleurd kunnen zijn. Het klopt dat steeds meer mensen kampen met mentale problemen. Specifiek voor België vinden jongeren steeds moeilijker professionele hulp, wat de klachten vaak nog kan doen verergeren. Zo rapporteerde het Kinderrechtencommissariaat in haar nieuwe jaarverslag dat er in de eerste 6 maand van 2021 maar liefst evenveel jongeren op de spoeddiensten belanden voor psychische hulp als in heel 2020. Omdat we nog geen onderzoek vonden die de specifieke cijfers van Farih kon onderbouwen, besloten we onze zoektocht over een andere boeg te gooien, en Farih zelf te contacteren. In afwachting van een antwoord op onze mail stootten we op een recent onderzoek van Unicef. Een week na de tweet van Farih berichtten namelijk zowel De Standaard als VRT NWS over het ‘On my mind’ rapport van Unicef. Hierin gaat het weliswaar over jongeren tussen de 10-14 en 15-19 jaar, maar verder bevestigde het wel de cijfers uit de tweet. Omdat we na 2 weken nog steeds niets gehoord hebben van de politica, besloten we ten rade te gaan bij onze collega-factcheckers, Margot en Michiel . Zij hebben duidelijk meer geluk gehad, want dankzij hen krijgen we een mailtje van Farih in handen: ze baseerde zich voor haar tweet wel degelijk op het ‘On my mind’-rapport van Unicef. Het rapport stelt duidelijk dat West-Europa, samen met het Midden-Oosten en Noord-Afrika, de hoogste prevalentie gediagnosticeerde psychische stoornissen, waarvan 40% gerelateerd is aan depressie. Aangezien er geen officiële definitie bestaat van de landen die tot ‘West-Europa’ behoren, kunnen we dit niet zomaar vergelijken met andere rapporten. Dankzij de verduidelijking onderaan het Unicef-rapport weten we echter wel zeker dat de cijfers ook op België van toepassing zijn én kunnen we de cijfers ook vergelijken met de gegevens uit de Eurostat-database. Hoewel de meest recente cijfers in de database maar teruggaan tot 2014, en we gebonden zijn aan de leeftijdscategorie van 15-24 jaar, kunnen we toch concluderen dat de cijfers in lijn liggen met de bevindingen uit het On my mind-rapport.
De cijfers kloppen, op een typfout(?) na
We kunnen concluderen dat de tweet van Farih ‘eerder waar’ is. Uit de mail die we dankzij onze medefactcheckers konden bemachtigen blijkt duidelijk dat ze zich baseerde op feitelijke informatie uit het ‘on my mind-‘rapport van Unicef. Waarom zij het in haar tweet had over jongeren van 15-18 jaar – en niet 15-19 zoals beschreven in het rapport– blijft echter ook voor ons een raadsel. Al vermoeden we dat het hier om een typfout zou kunnen gaan. Hoewel (demografische) gegevens in wetenschappelijk onderzoek natuurlijk steeds accuraat moeten worden weergegeven om een correcte conclusie te kunnen trekken, kunnen we besluiten dat Farih’s typfout hier van ondergeschikt belang is aan de boodschap: deze cijfers zijn zéér verontrustend en mogen niet langer genegeerd worden.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.
Bronnen:
0 Comments
|